Kranslegging en herdenking bij monument aan de Woudweg in Dokkum
Foto Nanne Nicolai
Het was gisteren precies 78 jaar geleden dat 20 gevangenen afkomstig uit de gevangenissen in Leeuwarden en Groningen, door de Duitsers zijn omgebracht aan de Woudweg in Dokkum. Ieder jaar worden de slachtoffers herdacht, met allereerst een korte officiële bijeenkomst in het Omnium van het Dockinga College. Dit alles samen met betrokkenen en familie, burgemeester Johannes Kramer van de gemeente Noardeast-Fryslân, het comité tot herdenking van de 22e januari en de Bond van Friese Wapenbroeders. Daarna volgde de kranslegging bij het monument aan de Woudweg, samen met leerlingen van het Dockinga College. In een stille tocht liepen de aanwezigen naar het monument, waar twee kransen werden gelegd.
Wat gebeurde er op 22 januari 1945?
Op 22 januari 1945 werden aan de Woudweg in Dokkum 20 mannen gefusilleerd op bevel van de Duitsers. Dit was als wraak voor een verzetsactie in De Valom. Bij deze bevrijdingsactie overvielen verzetsmensen een Duitse auto met arrestanten. Als gevolg daarvan stierven een Duitse SD’er en zijn chauffeur. De Duitsers besloten toen 20 mannen te fusilleren. Ze selecteerden gevangenen uit de gevangenis in Leeuwarden, verzetsstrijders en Joden. Dit waren nog geen 20 personen. De Duitsers wezen toen nog 11 gevangenen aan uit de gevangenis van Groningen, ook verzetsstrijders en Joden. Alle verzetsstrijders hadden ook zonder deze wraakactie waarschijnlijk de doodstraf gekregen. De eerste vijf slachtoffers die aan de Woudweg gefusilleerd werden, kwamen uit de omgeving van Dokkum.